Het songfestival, ik ben gelegenheidsfan. Ik zoek het niet
actief op, maar dat hoeft niet. Het komt ongezocht op mijn pad, en vanaf dat
moment ben ik op milde wijze in de ban. Ik zing al een paar dagen keer op keer “’t
was als de eerste keer”. Ik geniet van de drukte op alle media, de terugblikken,
de grumpy old man Jan Smit en die andere, en het vertrouwde van de gekte.
En dit jaar komt het uit Wenen. Wenen, waar de kiem ligt van
één van onze gezamenlijke dromen. We stonden voor het Hundertwasserhaus, keken
elkaar aan, en zeiden: ‘dit willen we ook, later als we groot zijn.’ En dat
hebben we gedaan, in de badkamer, in ons eerste huis. Huisje moet ik eigenlijk
zeggen want het was niet zo groot. De badkamer die we erin maakten wel, die was
groots.
Het was voor mij één van die dingen die je doen geloven in
de mantra ‘dat alles kan als je maar heel graag wil’. In mijn wat meer nuchtere
momenten geloof ik daar niet onvoorwaardelijk in. Ik geloof wel dat je dichtbij
kunt komen. Onze badkamer was per slot van rekening ook geen heel huis.
Mijn snelmetpensioenplan is ook zo’n droom. Vooralsnog is
het idee dat dit één van de dromen is die ik wel helemaal uit ga laten komen. Maar
soms twijfel ik of het echt wel gaat lukken, het is niet makkelijk. Gelukkig
kun je ook een beetje met pensioen. Stel nou, dat ik dat nit het hele bedrag
bij elkaar krijg. Dan kan ik waarschijnlijk over tien jaar wel minder gaan
werken. Bovendien prikkelt het me om weer eens na te denken over en te experimenteren
met wat me nu gelukkig maakt. En het houdt met van de straat, dat wordt ook
altijd als voordeel gebracht, hoewel ik het op straat ook best leuk vind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten