Achterop de fiets bij mijn moeder. Het is koud dus ik heb
wanten aan. Binnenin de warmte van de want heb ik een vuist gevormd. In die
vuist een grote schat: een dropje van de slager. Thuis gekomen pel ik het
dropje uit het kommetje van mijn hand en laat hem in mijn trommeltje vallen.
Het is vastentijd en dat betekent voor mij en mijn zus: 40 dagen niet snoepen
(en minder vlees, maar dat zal ons worst wezen). We mogen de snoepjes wel
bewaren.
Ik heb er alleen maar goede herinneringen aan. Ik kan me
niet herinneren dat ik het erg vond dat ik niet mocht snoepen, ook niet als
andere kinderen dat wel mochten. Ik kan me wel de euforie herinneren over de
steeds groter groeiende ‘berg’ snoep. Na Pasen mochten we die lekker opsnoepen.
Ik vast al lang niet meer, maar het is voor mij wel een
goede tijd om wat gewoontes tegen het licht te houden. Zo sta ik me de laatste
tijd wel heel erg vaak een croissantje toe tijdens het boodschappen doen. Dat ga
ik maar eens 40 dagen niet doen. En daarna weer af en toe in plaats van elke
week één of twee keer. Dan wordt het van gewoonte weer iets bijzonders om echt
van te genieten. Daar word ik blijer en gezonder van (en m’n portemonnee ook
weer een beetje).
Wat heb je die herinnering prachtig opgeschreven! Mooi dat het nog steeds zo positief voelt.
BeantwoordenVerwijderenHuisvlijt
Dankjewel.
Verwijderen