Van proberen, kun je leren.
De begrippen aandelen en leningen&rente deden het begrijpelijkerwijs niet zo goed. De favoriete voorbeelden waren denk ik toch wel:
1. Als je een spelletje maakt voor op de Ipad, en het wordt veel gespeeld, kun je daar elke maand geld mee verdienen.
Er werden meteen verhaallijnen voor spelletjes verzonnen. We bespraken ook dat je dan wel een computer of een Ipad moet kopen (of ooit hebben gekocht) en dat dat dus ook één keer geld kost. Én dat het best wel moeilijk is, en dat je er dus wel wat tijd in moet steken om te leren hoe je zo'n spelletje maakt.
2. Als je een hondje koopt, moet je elke dag eten voor hem kopen.
Je hebt ook veel plezier van een hondje (glinsterende oogjes), geld is niet het enige wat telt, maar het is wel goed om over na te denken of je het kan betalen.
Gefronste voorhoofdjes, maar als ze mochten kiezen zouden ze toch wel een hondje kiezen. Hoewel ... "Je moet wel DRIE keer per dag met een hondje gaan wandelen, ook als het regent." Bij de drie gingen er dreigend drie vingertjes de lucht in. Ik geloof dat die wandelingen (die er blijkbaar al eerder ingeprent waren) meer indruk hebben gemaakt dan het geld. We hebben nog wel even de leukste hondennamen uitgewisseld, want over hondjes dromen kost niets, ook geen natte wandelingen.
3. Als je verhuist naar een groter huis, moet je elke maand meer geld betalen.
"Haha, dat ga ik echt nooit doen, want ik woon al in een groot huis, en hier hebben we ook een groot huis." Bijval van de ander: "Ja dat zou echt stom zijn." Fijn om te horen dat ze tevreden zijn. Ik heb trouwens nog nooit een kind horen klagen over een te klein huis (ligt dat aan mij?), maar toch: fijn. En ook een fijn idee dat we misschien wel een zaadje hebben geplant tegen ondoordacht altijd alles maar groter willen.
Oliebollen
Naast "Van proberen kun je leren" hebben we nog iets geleerd of, nou ja, in ieder geval weer even goed tussen de oren gekregen:
Na het schaatsen gingen we oliebollen halen. Ons logeetje wilde ook wel wat drinken.
Op mijn: "We gaan thuis lekker wat drinken," reageerde hij erg teleurgesteld. Ik legde uit dat we al best wat geld uit hadden gegeven aan schaatsen en oliebollen en dat we op het drinken wat wilden besparen door dat thuis te doen, "... want het drinken thuis is veel goedkoper. Weet je nog?"
Het leek of er ineens wat kwartjes vielen: "Ja, we moeten zo min mogelijk boodschappen doen en dan sparen en dan iets slims met het geld doen!"
Het klonk voor mij alsof hij niets meer wilde kopen, dus ik zei dat we geen honger moesten lijden.
"Neehee," hij keek me aan met zo'n begrijp-me-dan-blik, "ik zei toch ZO MIN MOGELIJK, dat betekent niet niets, dus dan hebben we ook geen honger."
O ja, das waar ook:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten