... toen ik na
anderhalf uur in razende ondergrondsche treinen, snikheete bussen en propvolle
straten nog geen van de adressen gevonden had, heb ik mijn loodzwaren koffer
den eersten den besten hotelportier in de handen geduwd en een kamer genomen.
Dat het toevallig een paleis van een hotel was liet me ijskoud ...
(Rendez-vous in San Francisco, pagina 24)
Hoofdpijn
Ik herken dat. Dat je soms even helemaal geen puf meer hebt om voor de goedkope oplossing te gaan. Vorige week nog. Meneer was ziek,
waardoor ik in m’n eentje voor eten en afwas had moeten zorgen. In dat laatste
had ik geen zin gehad dus na een halfdoorwaakte nacht –ik slaap niet zo goed
met een rochelend en dampend lijf naast me- veegde ik de uienschillen in de
prullenbak om een schoon stukje aanrecht te creëren om een boterham te kunnen
maken (die half uit elkaar viel, want door mijn eigen ongeduld te warm gesneden
in de winkel).
Voelde ik daar iets van dezelfde rochelhoest opkomen die Meneer ook had? Ik had in ieder geval hoofdpijn.
Voelde ik daar iets van dezelfde rochelhoest opkomen die Meneer ook had? Ik had in ieder geval hoofdpijn.
Natte handdoeken
Ik nam een paracetamol en ging aan het werk bij de buren,
want er kwamen nieuwe gasten aan. Op zich hadden de vorige gasten het huis netjes
achter gelaten, maar dat ze de handdoeken in de week hadden gezet was naast
mysterieus (waarom?? niet te veel over nadenken) licht onhandig. De wasmachine
staat twee verdiepingen lager en kletsnatte handdoeken gooi je niet door een
achttiende-eeuws trappenhuis naar beneden. Dus sjouwde ik met een door water verzwaarde
wasmand de steile trappen af. Verder verliep het daar normaal, maar het is toch
al niet met m’n favoriete onderdeel van het B&B-gastvrouw zijn en in de
staat waarin ik die ochtend verkeerde al helemaal niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten