27 september 2017

“You must be very rich!”

Ik lees dus een boek met daarin veel quotes waarvan ik denk: ‘Jaaa, dat is waar, en daar zou ik een een blogje over kunnen schrijven.’ Dat is nog best wel lastig hoor, want dan heb ik me net lekker op de bank genesteld, kopje thee bij de hand, zit ik helemaal in het verhaal, ik voel bij wijze van spreken de Amerikaanse zon net zo onbarmhartig op mijn gezicht branden als op het gezicht van Erik de hoofdpersoon, komt er een quote langs. Hoe zorg ik nou dat ik die terug kan vinden? Om op elke pagina met een quote (het zijn er best veel) een ezelsoor te maken, vind ik ook weer zo wat. Volgende keer maar even van die plakmemootjes of zo naast me op de bank leggen. Tot nu toe heb ik het opgelost door m’n telefoon uit m’n broekzak te wurmen en daar een fotootje van de pagina mee te maken. (U begrijpt, mijn leven is zwaar.) 

Rijk

Goed, op pagina twee begint het al. Erik, student, heeft net in een bar in Scheveningen in een opwelling tegen een Amerikaans meisje gezegd dat hij weggaat van hier, naar de andere kant van de wereld. Waarop zij dus zegt: “You must be very rich,” en hij antwoordt dat dat helemaal niet zo is en dat hij zonder geld gaat.

Je kunt dingen doen die heel duur lijken, zonder al te veel geld. Dat betekent dat je het anders aan moet pakken dan de meeste mensen, soms heel simpel anders, soms heel anders anders.

Jaguar

Zo reden wij  een paar jaar in een Jaguar, de mooiste Jaguar die ooit gemaakt is. Dat laatste is een quote van Meneer, want ik heb niet echt een beeld van alle Jags die ooit gemaakt zijn in mijn hoofd en kan dus ook niet vergelijken. Hoeft ook niet, ik vond deze gewoon mooi. Het bleek erg leuk om in het ding te rijden, mensen gaan spontaan naar je zwaaien en bij het benzinestation was hij altijd goed voor een praatje. Daar word je toch vrolijk van?!
Hij was heel goedkoop in aanschaf. Dus terwijl iedereen zich afvroeg waar wij zo’n enorme en mooie auto van betaalden, reden wij rond in een auto die minder dan duizend euro had gekost. Eerlijk gezegd liep hij niet heel zuinig. Dus verdiepte Meneer (mijn chauffeur) zich in hoe zuiniger ermee te rijden en dat lukte. Dat was nog steeds relatief dus op dit punt misschien niet het allerbeste voorbeeld, hoewel het ons wel prikkelde om heel bewust te kiezen waarvoor we de auto gebruikten. Meneer verdiepte zich ook in de motor en zo, en kon dus zelf kleine reparaties uitvoeren, dat scheelde ook. Uiteindelijk waren het relatief goedkope autojaren voor ons. En heel belangrijk: we hebben er heel veel plezier aan beleefd. Meer plezier dan ik ooit had gedacht te beleven door een auto. Toen hij wat vaker gebreken ging vertonen die Meneer niet zelf op kon lossen, hebben we hem verkocht. Ook wel omdat de milieuvervuiling per gereden kilometer toch best wel hoog was en dat zat ons niet lekker.

Thuisbioscoop

Ander voorbeeldje is onze thuisbioscoop. Dat klinkt heel duur vind ik, en dat was het niet. We hebben voor niet al te veel geld een goede beamer gekocht. Dat is een kwestie van je verdiepen in die apparaten, weten wat jij ervan wil (de onze heeft een prima lichtopbrengst, maar we kunnen geen film kijken als we de kamer niet verduisterd hebben. Dat willen we ook helemaal niet, het is veel gezelliger om de gordijnen dicht te hebben tijdens de film. Dus we hoeven niet extra te investeren in mega-lichtopbrengst.) Als je de tijd neemt en goed zoekt, wat geduld hebt (om te wachten op een aanbieding) hoeft een beamer niet duur te zijn.
Je kunt een duur projectiescherm kopen, maar een pot goede witte muurverf doet ook wonderen. (Oké dat gaat niet vanzelf, en de methode van Mister Bean met een staaf dynamiet in die pot verf werkt ook niet, dus je moet even aan de slag met een roller en zo.)
Onze geluidsinstallatie komt van een tweedehands winkel. Daar moet je natuurlijk een beetje geluk mee hebben. Maar het is ook je erin verdiepen, wat geduld, regelmatig even checken en dan kun je dat geluk een flink handje helpen.

Niet niks, wel weinig

Natuurlijk zijn dit voorbeelden die wel wát geld kosten, maar Erik (uit het boek) gaat ook niet helemaal zonder geld. Hij neemt tien dollar mee, ik weet niet hoeveel dat nu waard zou zijn, maar in een artikel uit 2000 staat dat het toen, in 2000 dus, ongeveer 120 à 130 dollar was. Dat is behoorlijk weinig geld voor een reis naar San Francisco, waar ze uiteindelijk afspreken.

Ik ben wel benieuwd of jullie nog bijzondere voorbeelden hebben van dingen die duur lijken, maar waar je, als je het iets anders aanpakt, helemaal niet zo veel geld aan kwijt bent. (En nee, 'duur lijken' is normaal niet het streven, maar ik volg even de quote.) 

3 opmerkingen: